Laten we gaan, zeggen de herders, laten we het eeuwig Woord gaan aanschouwen dat in de tijd geboren is: Het Woord dat vlees geworden is. Het ongeschapen Woord, tot Mens gemaakt waardoor God zich zichtbaar maakt voor ons.
Gedreven door de vreugde en het verlangen, vol van devotie, komen ze aan bij Degene die nooit gevonden zal kunnen worden door wie een lui hart heeft. Wanneer ze het kleine Kindje met hun ogen aanschouwen, begrijpen ze hetgeen dat hun gezegd is geweest over Zijn Godheid. Door zijn mensheid te aanschouwen, komen ze tot het besef van Zijn Godheid; ze herkennen het door het onderricht van boven dat hun geloof nederig had ontvangen. Ze gaan met vastberaden hoop voort op de weg die de Openbaring hun had getoond. Ze smaken in de contemplatie Zijn mensheid.
Wij ook, aan wie Jezus Christus zo vaak verkondigd is geweest, die weten aan welke tekens we Hem kunnen herkennen en via welke weg we Hem kunnen vinden, laten we ons haasten! Laten we voortgaan in het volbrengen van goede werken in een heilig leven van deugden; laten we overgaan van de nacht van dit leven, via de woestijnen van de wereld naar Bethlehem tot aan het huis van het levende Brood, dat nedergedaald is van de Hemel. Daar zullen we Jezus vinden; daar zullen we Hem bidden om verblijf te nemen in ons arme hart, waar zoveel vreemde gasten hem zijn voorgegaan. Daar zullen we hem vragen om nog verder te gaan, om te gaan tot het Hemels Vaderland, het eeuwige Bethlehem, het eeuwig huis van brood waarover gezegd wordt: “Gelukkig hij die het brood eet in het Koninkrijk van God”.
Laten we ons in geest aansluiten aan de nederige menigte die, nadat ze het woord van de herders gekregen hadden, in deze zalige Nacht kwamen om het goddelijk Kind te aanbidden. Knielen we neder voor Maria, aanbidden we onze Heer en begroeten we Jozef. Laat ons de voeten van Jezus kussen, die ligt op stro tussen de twee dieren. Ziedaar het rund onderworpen aan het juk: hij is een voorafbeelding van de getrouwe Israëlieten die zich onderworpen hebben aan het juk van de Wet. Ziedaar de koppige ezel, voorafbeelding van de heidenen die tot dan verstoten waren van de kennis, maar die binnenkort hun Heer gaan herkennen die geboren is in een stal.
Laten we bidden tot de Heilige Maagd dat ze ons even het kleine Kind wil geven dat ze in haar armen houdt: laten we het vol respect ontvangen en, na het liefdevol te hebben omhelsd, laten we ons van ganser harte verheugen in Hem. We kunnen dat vol vertrouwen doen, want we weten dat Hij gekomen is voor de zondaars, dat Hij zeer graag bij hen is, dat Hij zich tot voedsel voor hen maakt. Laten we in stilte bij Hem verblijven; laten we onze blik vestigen op Hem die de vreugde van de engelen is. Hij is het, dit kleine Kind, Koning van deze wereld. De hemelen zijn open en ze hebben de Rechtvaardige geregend. De schoot van Maria, als een zeer zuivere aarde, heeft Hem ontvangen en voortgebracht.
Op de dag van Kerstmis viert de Kerk drie Missen: de nachtmis, de dageraadsmis en de Mis van de dag. Daarmee wil ze ons herinneren aan de drie geboortes van Christus: zijn eeuwige geboorte verborgen in de schoot van Zijn Vader, die ons verstand niet kan doorgronden, waarvoor alle menselijke gedachten in het niets verdwijnen, waarover gezegd wordt: “Wie kan erover spreken?”. Over deze geboorte gaat de nachtmis, die gevierd wordt in de diepste duisternis. De tweede geboorte vindt plaats inn de tijd, deels mysterieus, deels zichtbaar voor onze ogen; hiermee komt de dageraadsmis overeen, waarin nacht en dag gemengd zijn. Tenslotte stelt de Mis van de dag de geboorte van Christus in onze zielen door de genade voor, een lichtende geboorte door haar Principe en in haar effecten.
O Heer, wij aanbidden Uw onbegrijpbare generatie in de schoot van Uw Vader! Wij loven U dat U geboren bent in de schoot van een Maagd. Voltooi dit: kom en wordt ook in ons geboren!
Zalig Kerstfeest!
Ludolphe le Chartreux, Vie de Jésus, Clovis, 2009, p. 45-48
Vertaling door Hiëronymus Saepinus voor het Katholiek Forum
Goed artikel, en wens langs deze weg alle lezers een goed kerstweek en goed nieuwjaar. Jezus is inderdaad het levende brood van deze wereld in zijn persoon komt de weg, de waarheid en leven samen!
De drie H. Missen bij Kerstmis vertegenwoordigen:
– De middernachtmis:
Gen 1:1 In het begin schiep God hemel en aarde.
Gen 1:2 Maar de aarde was nog ongeordend en leeg, over de wereldzee heerste duisternis, en Gods Geest zweefde over de wateren.
In het begin was er alleen God; de Allerheiligste Drievuldigheid. De Almachtige Vader die voortdurend de Goddelijke Zoon – het Woord – voortbrengt en de H. Geest uit de Vader en de Zoon wordt voorgebracht, dat onbegrijpelijk is voor een menselijk begrip. Buiten God was er niets.
– De dageraadmis:
Gen 1:3 God sprak: Daar zij licht. En er was licht.
Wat dit betekend is zo enorm dat ik er hier verder niet veel kan neerschrijven. Jezus is het Licht dat neerdaalde uit de hemel, eerst op mystieke wijze, daarna in het aannemen van het vlees.
– De H. Mis van de dag:
Gen 1:4 En God zag, dat het licht goed was. Nu scheidde God het licht van de duisternis;
Gen 1:5 het licht noemde Hij dag, en de duisternis noemde Hij nacht. Zo werd het avond en morgen: de eerste dag.
En het Licht scheen in de duisternis, maar de duisternis nam het niet aan.
De mystieke schepping alvorens God het materiële schept, is zo enorm en houdt alles in tot op het ogenblik dat de laatste ziel de eeuwigheid intreedt.
Het is daarom dat God ons herinnert aan Zijn Raadsbesluiten die door de menswording van het Woord – de Zoon – wordt tot de redding van de zielen van goede wil.
Deze eerste dag van de Schepping is onuitsprekelijk van inhoud en vraagt jarenlange studie om maar een klein deel ervan hier op aarde te kunnen begrijpen, dat ons in zijn geheel zal geopenbaard worden in het hiernamaals, al naar gelang men er naar geijverd heeft op aarde.
Laus tibi Christi +
Ave Maria +