Ik las onlangs in The Guardian, dat de helft van de Britse bevolking en zelfs personen die zich als niet-gelovig beschrijven, nog regelmatig bidden. Tijdens een enquête over bidden bij 2000 Britten door het agentschap ComRes (in opdracht van de Christelijke liefdadigheidsorganisatie Tearfund), gaf niet minder dan een vierde van de atheïstische of agnostische deelnemers toe dat ze baden op crisismomenten. Velen zagen het gebed als een bron van troost of een manier om de eenzaamheid verdrijven.
Het geloof: een intuïtief gebeuren?
We kunnen hieruit enkel concluderen, dat het geloof bij mensen een intuïtief gebeuren is. Zelfs wanneer we het bestaan van God intellectueel verwerpen, blijft onze ziel naar Hem hunkeren. De stilte van een eenzaam bestaan doet inderdaad nadenken over de mogelijkheid van een God: een liefhebbende en bezorgde vaderfiguur in een samenleving waar gezin en ouderschap steeds meer onder druk staan. In deze context, kan een eenvoudig gebed als een schreeuw in de leegte zijn, een smeekbede om verbondenheid.
Het gebed als mantel tegen de kilte
Het gebed wordt zo een mantel tegen de kilte van de hedendaagse cultuur. Het gebed versterkt ons in de overtuiging dat we meer zijn dan een product van het “toeval”, een “human resource”. In de ogen van God zijn we inderdaad niet zomaar een fait divers. Neen, elk van ons is een uniek schepsel, door Hem geliefd en gekoesterd. God kende ons al in de moedersschoot en onze namen staan geschreven in de palm van Zijn hand.
Het gebed helpt ons bovendien om verbonden te zijn met de medemens, zelfs wanneer de woorden ons soms tekort schieten om hem of haar op te monteren. Het gebed helpt ons na te denken over de zin van ons bestaan en het beste uit onszelf te halen. Ten slotte, maakt het gebed ons solidair met onze bredere wereld, ook wanneer we de indruk krijgen dat we er geen vat meer op hebben. Het gebed brengt ons op deze manier hoop, waar er geen hoop meer schijnt te zijn.
Wees vooral niet bang om tot gebed uit te nodigen
Mag ik jullie, onze lezers, daarom oproepen om te bidden voor de niet-gelovigen uit onze omgeving, zodat ook zij Jezus mogen leren kennen? Als Christenen mogen we ons niet laten tegenhouden, om anderen uit te nodigen tot een gesprek met God. Is er geen groter godsbewijs dan deze zeer persoonlijke communicatie met onze Schepper? En laten we niet vergeten: God ziet ons in het verborgene, waar Hij met oneindig geduld wacht op ons gebed en onze onvoorwaardelijke liefde.
Dat is wel goed nieuws , maar wat zin heeft het als je niet gelovig bent , misschien geeft de parabel van de tollenaar enige hoop elk gebed is nodig vooral zij die de liefde van Jezus nog niet hebben leren kennen!
… Bidden kan een goed begin zijn om God te zoeken. Maar we moeten opletten dat we God niet “gebruiken” om Hem, alleen als het ons past, in te schakelen om onze aardse plannetjes te realiseren.
… We moeten bidden zoals God het wil. Het beste wat we kunnen doen is Jezus navolgen, ook in het gebed.
“Wees vooral niet bang om tot gebed uit te nodigen.”
Moslims, Joden, Protestante, Boedisten, Hindoes enz… gaan zeggen, maar wij bidden toch.
Alleen is nog maar de vraag, tot wie bidden zij?
Het is niet voor niets dat zoals bij de H. Rozenkrans, het gebed begint met een geloofsbelijdenis.
Eerst toch moeten we toch weten, alvorens iemand tot gebed aan te sporen, als deze ziel gelooft in de Ware God.
Als we deze zielen niet leren dat God, de Allerheiligste Drie-eenheid, de enige ware God is, ja dan vertellen we maar gelijk wat en weten ze nog niet tot wie ze gaan bidden.
Het onderricht en de kennis (gave van de H. Geest) zijn cruciaal wil men iemand tot geloof brengen, waaruit gebed zal ontstaan.
Joh 14:19 Nog korte tijd en de wereld aanschouwt Mij niet meer; gij echter aanschouwt Mij. Want Ik leef, en ook gij zult leven.
Joh_14:6 Jesus sprak tot hem: Ik ben de weg, de waarheid en het leven; niemand komt tot den Vader, dan door Mij.
Joh 14:21 Wie mijn geboden heeft en ze onderhoudt, hij is het, die Mij liefheeft; maar wie Mij liefheeft, zal door mijn Vader worden bemind, en ook Ikzelf zal hem beminnen en Mij aan hem openbaren.
Laus tibi Christi +
Ave Maria +
Bidden is niet een aparte opzet, beste Katharina, zij is niet een bijzondere moment, een apart gebeuren, maar maakt deel uit van de dagelijkse gewoonte, voor (en na) het eten, het avondgebed met de rozenkrans en tenslotte de veelvuldige schietgebeden, op ieder willekeurig moment van de dag en ook ’s nachts als je wakker wordt, of ’s ochtends heel vroeg, te vroeg.
Deze laatste draadloze verbinding met de hemel is het uitgekozen moment om de Latijnse, vaste gebeden van het Heilig Misoffer van altijd, ongestoord uit het hoofd te repeteren, te beginnen met het Confiteor, Kyrië, enz……t/m het Agnus Dei en het Salve Regina, en daarna het bekende gebed aan het eind van de H. Mis, tot de Aartsengel Gabriel, “………………..drijf satan en de andere boze geesten die tot verderf van de zielen over de wereld rondgaan, door de goddelijke kracht in de hel terug.” De halte van het Agnus Dei, haalt de doorsnee slaper waarschijnlijk niet eens meer.
Deze gewoonte geeft werkelijk een buitengewone, innerlijke rust. Door de vereiste concentratie op de heiligheid van het eeuwenoude, traditionele gebed in het Latijn, de taal van de Kerk van altijd, wordt iedere afwijkende, of bedreigende gedachte verjaagt. Zij is ongetwijfeld, onverdragelijk — en afschrikkend, voor iedere dolerende, kwade geest.
Wellicht voor sommigen onder U, beste lezers, zelfs een te proberen recept tegen hardnekkige slapeloosheid.
Ja, beste Jules, zo moet onze dag eruit zien en vervuld worden. Van ’s morgens vroeg tot voor het slapen gaan.
Anders is men met alle nutteloze zaken bezig, en zo rooft de duivel de tijd van ons. Indien men niet de dag vult met gebed en werk (ora et labor) dan is die dag weg voor eeuwig, waar uzelf en anderen Gods barmhartigheid niet kunnen ontvangen.
Ik ben het met u eens, beste Jules dat de Latijnse gebeden van de H. Mis heel krachtig zijn. Trouwens een priester exorcist doet de uitdrijving in het Latijn, en dat is niet voor niets zo.
” Gebed als bron van troost of om de eenzaamheid te verdrijven.” Zo staat het in The Guardian. Waarom sprak Antoine Bodar niet zulke bemoedigende woorden die je zou verwachten van een priester tijdens het interview met Kerstmis. Op de vraag :” Wat zou u willen zeggen tegen mensen die zich eenzaam voelen?” , antwoordde hij :” Bel iemand op of denk terug aan je kinderjaren” . In plaats dat hij zegt dat het gebed zo krachtig is zoals de rozenkrans of aanbidding van het H.Sacrament .God zij dank hebben we hier nog heel goede priesters, die gelovigen nog wel wat kunnen meegeven en daarbij iedere zondag een volle kerk trekken.
Los van wat Jules en Peter hier vertellen, lijkt mij het het beste bewijs, dat een mens van nature uit, hoe ongelovig hij ook pretendeert te zijn, toch een ‘godsverlangen’ bezit. Iedereen die de boeken van Richard Wurmbrand gelezen heeft, zal zich herinneren dat hij schrijft dat hij fanatieke atheïstisch-communistische lui heeft ontmoet, die, wanneer ze het moeilijk hadden, begonnen te bidden. Het is aan ons om (terug) te durven spreken over ons waarachtig Christelijk geloof, op het werk, in de vereniging, overal. Het is dan, waar mensen aanwezig zijn met een Godsverlangen, dat we ze kunnen leiden naar Christus, de enige waarachtige. Ik zie veel te veel salonkatholieken die wekelijks trouw naar hun mis gaan, thuis hun gebeden opzeggen, maar als er weer maar eens met hun geloof gelachen wordt, op welke gelegenheid dan ook, zich stilletjes afzijdig houden. Laten we meer onze nek uitsteken, getuigen van ons geloof. “De oogst is groot, maar arbeiders zijn er weinig”. We kunnen allemaal arbeiders zijn, maar dat vraagt wel moed en durf. Laat ons het nu nog doen, zolang we nog niet openlijk vervolgd worden…
Nog even dit, beste Jules, U schrijft hier: “de heiligheid van het eeuwenoude, traditionele gebed in het Latijn, de taal van de Kerk van altijd.”
Voor zover ik weet, sprak Jezus Aramees, Hebreeuws of Grieks. Al gaan de meeste bronnen ervan uit dat hij bij zijn preken het Hebreeuws hanteerde, de ’taal van het volk’ toen. Hoezo Latijn?
In Handelingen lees ik dit:
“En toen de Pinksterdag aanbrak, waren allen tezamen bijeen
En eensklaps kwam er uit de hemel een geluid als van een geweldige windvlaag en vulde het gehele huis, waar zij gezeten waren;
En er vertoonden zich aan hen tongen als van vuur, die zich verdeelden, en het zette zich op ieder van hen;
En zij werden allen vervuld met de heilige Geest en begonnen met andere tongen te spreken, zoals de Geest het hun gaf uit te spreken.
Nu waren er Joden te Jeruzalem woonachtig, vrome mannen uit alle volken onder de hemel;
En toen dit geluid gekomen was, liep de menigte te hoop en verbaasde zich, want een ieder hoorde hen in zijn eigen taal spreken.
En buiten zichzelf van verwondering zeiden zij: Zie, zijn niet al dezen, die daar spreken, Galileeërs?
En hoe horen wij hen dan een ieder in onze eigen taal, waarin wij
geboren zijn? Parten, Meden, Elamieten, inwoners van Mesopotamie, Judea en Kapadocie, Pontus en Asia,
Frygie en Pamfylie, Egypte en de streken van Libie bij Cyrene, en hier verblijvende Romeinen, zowel Joden als Jodengenoten,
Kretenzen en Arabieren, wij horen hen in onze eigen taal van de grote daden Gods spreken.
Gelukkig begonnen ze niet allen in het Latijn, de menigte had er geen barst van gesnapt.
Ik weet dat ik met dit hier bij heel veel mensen een teer plekje raak, maar met het spreken in latijn, gaan we heus geen mensen warm maken voor ons geloof hoor. Ik geloof er ook geen barst van dat onze lieve heer onze gebeden liever zou aannemen in het Latijn. Een zuiver hart, en een oprecht gemoed, een ziel in staat van genade, zoals vlak na een goede biecht. En dan een oprecht gebed, in de eigen taal. Dat is volgens mij God veel aangenamer dan het opdreunen van een hoop Latijnse standaardgebeden. Ik besef dat ik hier heel veel commentaar zal op krijgen, dat deert me echter niet. De Heilige Geest praat met begeestering en vuur, in een taal die mensen raakt. Waardoor ze geïnspireerd geraken om Christus na te volgen in heel hun leven. En dat hoeft niet in ’t latijn…
Ja, beste Kurt, daar gaan we weer ! Die ketterse argumentering van modernisten is bekend : “Christus sprak geen Latijn, dus gebruiken we nu de volkstaal”. Daarom heeft Paus Pius XII duidelijk gesteld, via een Encykliek (…..), dat ieder beroep op de vroegste begintijd van de Kerk een ketterij is. Immers, dit ondergraaft de eeuwen oude, katholieke, stapsgewijze, opbouw van de Overlevering en de Traditie, voortgekomen uit honderden Concilies en leerstellingen van honderden Pausen en Kerkvaders, en van duizenden bisschoppen, die stuk voor stuk, voor de eeuwigheid van kracht blijven. Je kunt niet teruggrijpen op de allereerste begintijd, beste Kurt, zonder de Overlevering en de Traditie van de Kerk van altijd, de ontwrichten. Je trekt de muren om van het gehele bouwwerk van eeuwen geloof, theologie, inzicht, wijsheid en noodzaak. Omdat satan het keer op keer heeft moeten afleggen tegenover de heilige, apostolische, katholieke Kerk van altijd, heeft hij diepe vrees voor — en grote haat tegen het Latijn en het Gregoriaans, de allermooiste muziek die welke ziel dan ook tot in de diepte raakt.
Beste Jules,
Ik citeer U: ” Daarom heeft Paus Pius XII duidelijk gesteld, via een Encykliek (…..), dat ieder beroep op de vroegste begintijd van de Kerk een ketterij is.”
Zullen we dan “handelingen der apostelen” en “brieven van Paulus”, -voor heel veel vervolgde Christenen een onvoorstelbare inspiratiebron-, ook maar uit onze bijbel scheuren?…
Wat iemand werkelijk gelooft, is niet datgene wat hij in zijn geloofsbelijdenis opzegt, maar datgene waarvoor hij bereid is te sterven…
Planetaire talen zijn slechts verwaterde dialecten van de oorspronkelijke geestelijke taal. Zodra het lichaam van ons afvalt komt die geestelijke taal weer ten volle tot leven, zowel in de hemel als in het vagevuur en de hel. Maar ook op aarde zijn er mensen die onderling opvallend geestelijk communiceren. Moeder en kind bijvoorbeeld, vooral wanneer beiden fijne gevoelsmensen zijn. Het zou nochtans mooi zijn moest men het Latijn op aarde kunnen handhaven, al moet het gezegd dat ook in het Engels er bijzonder mooie Gregoriaanse gezangen de ziel hoog kunnen verheffen.
Er is een verschil tussen persoonlijk gebed en de gebeden in de eredienst van de Kerk.
… Persoonlijk gebed moet uit het hart komen, spontaan, en ik zou niet weten waarom dat in het latijn zou moeten. Ik spreek en versta al geen latijn. In de tijd van Augustinus bv. was latijn de volkstaal. Dus erediensten in de volkstaal zijn OK.
… Ik vind erediensten in de volkstaal goed, want we verstaan wat er gezegd wordt en kunnen er ons persoonlijk gebed zonder problemen aan toevoegen. Dat betekent niet dat erediensten in het latijn niet zouden mogen. Dat kan ook zeer zinvol zijn, bv. om een zekere plechtigheid aan het geheel te geven, of om de universaliteit van de Kerk te beklemtonen, of als er mensen van alle windstreken bijeengekomen zijn, enz.
… Onze Lieve Heer verstaat alle talen zonder moeite, als het van onzentwege maar uit het hart komt.