Hedendaagse jongvolwassenen hebben geen interesse in vereenvoudigde religieuze boodschappen. Integendeel, ze willen net meer geestelijk leiderschap van hun priesters, in plaats van “minder klerikalisme”, zoals gevraagd door Paus Franciscus. Dit was de kernboodschap, die naar boven kwam tijdens een videogesprek (zie onder) tussen de bekende Youtube theoloog Arnaud Dumouch en de Belgisch-Franstalige jongerenleider Jean Stemler. Stemler lag o.a. aan de basis van een open brief van 200 jongeren, waarin bezorgdheid werd geuit over de “nationale synthese van het synodaal overleg in de Kerk in België“, een onderdeel van het synodale proces, waarmee Paus Franciscus de Kerk tegen 2023 wil hervormen.
De bedoeling was om in dit synodale overleg ook inspraak te verlenen aan de “basis”; gewone leken dus. Jonge volwassenen, studenten en werkenden, die tevreden zijn met hun katholieke geloof, kwamen om allerlei redenen echter te weinig aan bod in de synodale debatten, aldus Stemler. Het gevolg hiervan is dat de resulterende documenten vooral een uiting werden van de frustraties van oudere generaties over de Kerk van hun jeugd. Het probleem van het “klerikalisme”, waarbij priesters zich als machtsfiguren zouden gedragen, maakt echter geen deel meer uit van de hedendaagse ervaring van Katholieke jongeren. Integendeel, jonge volwassenen Katholieken blijven in België op vlak van religieus herderschap op de honger zitten, benadrukte Stemler. Meer nog, ze hebben lak aan de speciaal voor hen “vereenvoudigde” boodschap, die hun geestelijke honger en behoefte naar “volledige overgave” niet stilt.
De mythe van de “mannelijke” Kerk
Dumouch en Stemler discussieerden vervolgens over de invloed van recente gelijkheids- en inclusieprincipes op de Belgische synodedocumenten. Ze stelden zich hierbij de vraag of de Kerk zich per se moet aanpassen aan hedendaagse normen inzake de inclusie van vrouwen en homoseksuelen (in het kader van priesterschap en huwelijk). Ook in de bredere maatschappij, brengen gender ideologen en LGBTQ+ propagandisten namelijk meer problemen dan ze oplossen. De strijd tot in het absurde tegen “ongelijkheden”, staan volgens Dumouch en Stemler lijnrecht tegenover het Christelijke principe van complementariteit tussen man en vrouw. Ook merkte Stemler op dat mensen, die beweren dat vrouwen geen waardige plaats hebben in de Kerk, duidelijk al lang geen voet meer hebben gezet in een parochie. Zijn vrouw is namelijk pastoraal animatrice en tijdens de driejaarlijkse vergaderingen van alle animatoren van het bisdom Mechelen-Brussel, zijn er welgeteld 29 vrouwen en 1 man aanwezig! Volgens Stemler wordt de parochiale werking tegenwoordig gedomineerd door vrouwen, waardoor men zich kan afvragen of het echte probleem niet ligt bij een tekort aan mannen? Kan men met zo’n hoge graad van vrouwelijk engagement in de Kerk nog spreken van discriminatie?
Hedendaagse jeugd heeft behoefte aan duidelijke leer
Is het dan nog nodig om de Kerk te veranderen? Stemler ontkende dat hijzelf of zijn 200 medestanders tegen verandering waren. Evolutie moet kunnen, maar men moet zich in de Kerk ook durven afvragen wat men vooral wil behouden, aldus Stemler. Veranderen om te veranderen, kan enkel uitmonden tot een hellend vlak en uiteindelijk de ineenstorting van het instituut Kerk. Een sterke verankering in de Kerkelijke leer en de Heilige Schrift blijven belangrijk om vooruit te gaan in het geloof, benadrukte hij. Jongeren snakken in de huidige context van maatschappelijke verwarring naar ankerpunten. Jammer genoeg biedt ook de Kerk deze vandaag veel te weinig.
“Ik wil Christen zijn in alle politieke partijen”
Jean Stemler concludeerde het gesprek met de vraag naar de (politieke) polarisering in de maatschappij. Ook bij Katholieke jongeren heb je vaak verschillende liturgische (charismatisch of traditionalistisch) or politieke voorkeuren (links of rechts). Voor linkse Christenen vormen vooral sociale rechtvaardigheid, armoedebestrijding en het milieu het zwaartepunt. Voor rechtse Christenen zijn dit de bescherming van het leven, de cultuur, het traditionele gezin enz. Dit leidt onder jongvolwassen gelovigen vaak tot scherpe debatten over wat echt het belangrijkste is. Volgens Stemler zijn deze “linkse” en “rechtse” thema’s echter complementair en hoeven ze niet met elkaar in concurrentie te treden, aangezien ze allemaal deel uitmaken van de (sociale) leer van de Kerk. Men kan zich niet voor alles engageren. Daarom vindt Stemler het prima dat er zowel linkse als rechtse gelovigen bestaan. “Ik zou persoonlijk Christen willen zijn in alle partijen,” verklaarde hij enthousiast, “en dit is niet uit relativisme…Ik vind het eerder relativistisch om te beweren dat alle gelovigen in hetzelfde politieke hokje thuishoren.” Hij riep gelovige jongeren ten slotte op, om zich nu al te engageren in de Kerk als jeugdleider, pro-life activist, hulpverlener, catechist, misdienaar, etc. “In de Kerk is geen enkel werk te min,” benadrukte hij. “Geef de tijd die je vandaag hebt, want morgen is die er misschien niet meer”.
De “synodalen” bekommeren zich niet om wat jongvolwassenen willen; het is exact hun bedoeling om de katholieke godsdienst te verdringen om te voorkomen dat die leeftijdsgroep tot Christus bekeerd wordt. Het is dan ook belangrijk te beseffen dat dienaren van de donkere tiran Satanaël en zijn grigori en nefilim de rangen van de heilige Kerk geïnfiltreerd hebben en het revolutionair “synodaal proces” sturen. Zonder dat besef blijft men blind voor de toestand en dobbert men verbouwereerd rond.
“Inimicus homo hoc fecit.” [Mt. 13]
Wat er te doen staat is om zoveel mogelijk kardinalen te beïnvloeden om juist te handelen tijdens het volgend conclaaf, en indien de volgende paus aan de kant van de katholieke zaak zal staan zal één van zijn voornaamste taken zijn massaal bisschoppen uit de clerus te verwijderen en hun episcopaten te geven aan waardige mannen.
U Waramund denkt in complotten. Met complotdenkers i.c. U valt niet te discussiëren; zij zijn als gesloten oesters, en onmogelijk te overtuigen. Ik beperk me dus tot een aanvulling en correctie vanuit Bijbelse noties op het redactionele item.
Ten aanzien van bovengenoemde klagende jongvolwassenen lijkt het me duidelijk: zij zijn kinderlijk lui. Dat getuigenis is derhalve van weinig tot geen waarde. Zij wensen qua geloven alles op een presenteerblaadje voorgeschoteld te krijgen zónder enige moeite en pijn/lijden, zónder zelfwerkzaamheid en persoonlijke inspanning. Ze willen gevoederd, geïndoctrineerd te worden als kleine kinderen omdat dat hen verlost van de plicht tot moeite doen en verantwoording nemen voor HUN EIGEN geloven c.q. het authentiek getuigen van de hoop en het geloof die in hen zou leven. De Bijbel en de geloofsleer moet hen uitgelegd worden en gepresenteerd alsof geloofsopvoeding zoiets is als een voederproces en de mens als een trog waar de boer het voer voor zijn beesten in stort als hapklare brokken enz. die men maar tot zich hoeft te nemen en klaar is kees. Een rituele invoeging in een traditie dus waarvoor men geen moeite hoeft te doen noch verantwoordelijkheid hoeft te nemen. Maar sorry, christelijk geloven volgt slechts na BEKERING die de volwassen mens nu eenmaal bloed zweet en tranen kost, ja moet kosten. Ik wijs de wens van die 200 Belgische jongvolwassenen daarom categorisch af als product van onverantwoorde luiheid. Als men ertoe in staat is moet men zich bezinnen op Schrift en eigen leven, ja ook en vooral intellectueel uiteenzetten met de geloofstraditie omdat het jezelf sterker doet staan in het leven én tegenover de mensen waarmee je vervolgens in contact treedt om te getuigen én overtuigen! Bidden zonder werken is niet wat Christus van ons, zijn volgelingen / leerlingen vraagt! En wie niet kritisch zelfstandig kan oordelen, kan ook geen verantwoorde beslissingen nemen m.b.t. eigen handelen in de wereld en daar voor gaan staan.
Nu zijn er natuurlijk mensen die qua constitutie niet geschikt zijn voor kritische reflectie op de Schrift en zichzelf, want niet in staat tot kritisch zelfstandig waarnemen, overwegen en oordelen. Dat is echter slechts 14 à 15 procent van de bevolking. Ik geloof niet dat je die categorie mensen als norm moet hanteren voor ALLE mensen, mede gezien het feit dat men hen ook niet kan belasten met deelnemen aan de missie van de kerk van Christus in de wereld. Van de overige 85 procent der mensen wordt wél verwacht dat ze deelnemen aan de missie van de kerk en haar representanten worden. Zij moeten derhalve wél beslagen ten ijs komen. Voor hen moeten geloof en redelijke verantwoording dus wél samengaan. Zij hebben niets aan indoctrinatie (niet zelfstandig verwerkte c.q. beproefde informatie) door lieden die van het leven in de wereld nauwelijks weten omdat ze in afzondering, in hun klerikale bubbel zijn grootgebracht. De uitstroom uit o.a. Nederlandse r.-k. seminaria de laatste ca. 40 jaar laten zien dat het opleidings- en vormingssysteem aldaar out of date is, mede omdat de normale academische vaardigheden niet worden bijgebracht. Geen hond kiest er dan ook nog voor om zich daar te melden voor een ambtsopleiding.
Meer algemeen: de katholieke theologie en moraalleer worden in Nederland niet meer systematisch onderzocht m.b.v. academische kennis en vaardigheden; r.-k. heologen beoefenen nu nog slechts privé hobby’s. En dat mist zijn uitwerking niet t.a.v. van het kwijnende gezag van katholieke ambtsdragers van hoog tot laag. (Zie o.a. het gebrek aan relevant houtsnijdend commentaar op het recente boek van kardinaal Eijk over r.-k. huwelijkmoraal en seksuele ethiek: “De band van de liefde”! Redelijk denkende mensen m.n. academici vinden het eenvoudig irrelevante literatuur uit een ver verleden. De tweemaal (!) gepromoveerde kardinaal bleek zelfs niet eens in staat om een redelijke academische discussie te voeren over de door hem gepresenteerde tekst. Hij vluchtte eenvoudig in zwijgen voor eventuele tegenspraak. Als je je kerkelijke club in maatschappelijke relevantie wil doen laten toenemen, dan moet je je vooral zo gedragen! sic.)
Protestanten hebben hun opleiding en vorming voor toekomstige ambtsdragers beter op orde. Zij kennen een z.g. duplex orde: eerst naar een algemene of rijksuniversiteit voor het leggen van de basis van de academische attitude, en pas daarna categorale vorming op een seminarium van de denominatie waarvoor men wil gaan werken. Wie leiding wil geven, gezagsdrager wil worden van de kerk, moet immers niet zomaar omvergeblazen kunnen worden door jan met de pet; die moet stevig in zijn schoenen staan en dus geen onzin uitkramen die de eerste de beste middelbare scholier doorziet en kan pareren plus afserveren.
Kortom, bovengenoemde jongvolwassenen willen voor een dubbeltje op de eerste rang zitten voor de hemelpoort. Als ze zo doorgaan zal dat ook de laatste plaats zijn die ze zullen bezetten, want binnen komen ze niet dan door hun kruis op zich te nemen. Immers bij de uitwijzing uit het paradijs werd de mens reeds voorzegt: Met smart zult gij uw kinderen baren’ en ‘in het zweet des aanschijns zult gij uw brood verdienen.’ (Gen. 3, 16-19) M.a.w. Wij verkrijgen hier op aarde niets voor niets; we zullen ons te allen tijde moeten inspannen voor kennis, kunde, deugdzaamheid enz. ten koste van onvermijdbaar pijn en lijden. Dat kruis kunnen we uiteindelijk dus nooit ontlopen, hoe graag we misschien ook zouden willen.
Heeft Jezus zelf immers ook niet gezegd:’Wie mijn volgeling wil zijn, moet Mij volgen door zichzelf te verloochenen en zijn kruis op te nemen. Want wie zijn leven wil redden, zal het verliezen. Maar wie zijn leven verliest om Mijnentwil zal het vinden.'(Mat. 16, 24-25) En wat antwoordde Hij op de vraag wat men om het eeuwig leven te verwerven nog meer moet doen nadat men reeds al Gods geboden onderhoudt: ‘ga verkopen wat ge bezit en geef het aan de armen, daarmee zult ge een schat bezitten in de hemel. ( ) Voorwaar Ik zeg u: er is niemand die huis, broers, zusters, moeder, vader, kinderen of akkers om Mij en om de Blijde Boodschap heeft prijsgegeven, of hij ontvangt nu, in deze tijd, het honderdvoud aan huizen, broers, zusters, moeders, kinderen en akkers, zij het ook gepaard met vervolgingen, en in de toekomstige wereld het eeuwig leven. Veel eersten zullen laatsten, en veel laatsten zullen eersten zijn.’ (Mc. 10, 17-31)
@N.N.,
Betreft Uw reactie van 15 december 2022 om 17:30 uur:
Blijkbaar heb ik U verkeerd ingeschat. Daarvoor bied ik mijn welgemeende verontschuldiging aan.
Uw reactie getuigt van waar geloof (ik hoop dat U R.K. gelovig bent).
Daarvoor: van harte proficiat.
Om dit artikel goed te kunnen begrijpen, dient allereerst het begrip ‘klerikalisme’ uitgelegd te worden, zoals schrijfster het bedoelt:
Onder klerikalisme (ook gespeld als: clericalisme) wordt gewoonlijk verstaan de bemoeienis van de (rooms-katholieke) kerkelijke autoriteiten met zaken die het wereldse gezag aangaan.
“Klerikalisme” is een scheldterm die de vijanden van God en de Kerk, de satan-aanbidders van de Franse Revolutie, gebruikten om de strijd voor de katholieke zaak en de rechten van God in de negentiende eeuw te benoemen. “Antiklerikalisme” is dus een synoniem van “antikatholicisme”.
@Waramund,
ÓF Ú heeft gelijkm ÓF IK heb gelijk.
De auteur van dit artikel (Katharina Gabriels) dient aan te geven wat zij bedoelt.
Wat ge moet verstaan, P. Derks, is dat zoals met geschiedschrijving de overwinnaars de nieuwe woordenboeken schrijven, en het is dus belangrijk dat een katholieke spraak hersteld wordt in de Nederlandse taal, want door het lexicon van de tegenstander te gebruiken verzwakt men het eigen kamp.
Het woord “klerikalisme” is ontstaan als wapenwoord tegen de katholieke Kerk in de context van de negentiende-eeuwse strijd tussen het katholiek Christendom en de zonen van de voltairiaanse Verduistering. Wanneer de vijanden van het Christendom uitdrukkingen hanteren zoals “klerikale bemoeienissen” hebben ze het in feite over clerici die destijds hun herderlijke plichten getrouw volbrachten.
Dat slechte prelaten heden dat woord “klerikalisme” gebruiken is omdat zijzelf antikatholiek zijn.
Wanneer sluwe vos N.N. de passie predikt sluit dan uw kippenhok dubbel goed af want anders zijt ge ze kwijt.