Het is mode geworden. Sinds enige tijd trachten sommige staten , voorlopig zonder succes , om wetten uit te vaardigen tegen het biechtgeheim. Er zijn pogingen geweest in Australië en de Verenigde Staten. Ook in vrijmetselaarsland België werd het biechtgeheim reeds onder vuur genomen. Er wordt daarbij steeds gezocht naar het zwakke punt om de vijand te treffen, liefst een thema dat veel emoties oproept en door de media regelmatig als aanvalswapen tegen de Kerk wordt gebruikt: sinds enkele jaren is dit steevast ” misbruik” of “vermoeden van kindermishandeling”.
De biecht is echter voor de katholieke en orthodoxe Kerk een sacrament, een fundament van het geloof, ingesteld door Jezus Christus zelf. Raken aan dat sacrament en aan de verplichting tot geheimhouding van wat door de biechteling aan de priester werd gezegd, kan gewoon niet. Het is een absoluut taboe en werd altijd aldus ervaren, ook door atheïstische staten. Alleen in communistische regimes werden priesters( als die nog niet in een gevangenis of uitroeiingskamp zaten te verkommeren), gedwongen om, vaak na onmenselijke folteringen, te verklappen wat iemand opgebiecht had.
De aanval op het biechtgeheim komt nu ook van bepaalde priesters zelf. Alles moet immers in vraag gesteld, ook het heiligste. Onlangs verscheen in Frankrijk een boek waarin veertig priesters anoniem vertellen over de inhoud van de bekentenissen die tegenover hen werden afgelegd. (” Le secret de confession” , uitgegeven bij Edition Salvator). Al is het anoniem, dit verbreekt het vertrouwen tussen de biechteling en de biechtvader en het dreigt wantrouwen op te wekken tegenover alle priesters. Op twitter verdedigt pastoor Jean-Eudes Fresneau, van het bisdom Vannes, zelfs het recht om het biechtgeheim te schenden!
Hiertegen zijn vele andere priesters in het verweer gekomen. Een van hen is een dominicaan, pater Michelet. Hij herinnert eraan, dat elke priester die zich schuldig maakt aan het onthullen van het biechtgeheim, door de Kerk zwaar gestraft wordt. Als de overtreding direct is, dat wil zeggen duidelijk openbaar gemaakt door de biechtvader, wordt deze bestraft met een excommunicatie uitgesproken door de Heilige Stoel. Deze straf moet niet door een rechter worden uitgesproken, maar is automatisch van zodra de fout is vastgesteld. Als de overtreding indirect is, dat wil zeggen dat ze kan worden afgeleid uit de woorden of het gedrag van de biechtvader, wordt ze beoordeeld en bestraft naar gelang de ernst van de fout, met een sanctie die kan reiken tot excommunicatie.
Waarom deze strengheid? Omdat het sacrament van de biecht teruggaat tot de kern van het christelijke geloof. De wet van God staat boven de wet van de mens. De belijdenis van de zonde is niet rechtstreeks tot de priester gericht, maar tot God zelf. De priester is slechts de bedienaar. Het is Chistus die de boeteling vergeeft, door de handen van de priester.
Het biechtgeheim beschermt dus het intieme contact van een biechteling met God, wiens kennis, barmhartigheid en rechtvaardigheid door niemand kan en mag opgeëist worden.
Er zijn voorbeelden genoeg van martelaren van de biecht, van priesters die hun leven hebben verloren, liever dan de zonden van hun boetelingen te onthullen. Een van de bekendste is de heilige Johannes Nepomuk(1340-1393), die werd gemarteld door koning Wenceslas IV van Bohemen, omdat hij weigerde de inhoud van de biecht van koningin Sofia van Beieren te verraden. Hij werd gemarteld en in de Moldau geworpen.
Dat priesters het biechtgeheim in twijfel trekken, is kenmerkend voor de verschraling van het geloof van vele priesters, een stille apostasie, die reeds enkele jaren voor het Tweede Vaticaans begonnen is, maar tijdens en na dat concilie in volle hevigheid losgebarsten is. Vele priesters, vooral jonge priesters erkennen dit, maar zij mogen het niet uiten, op straffe van volledig uitgesloten te worden. Grote baas Bergoglio waakt immers over het grote drogma van dat alleszaligmakend concilie…
Dat ‘misbruik’ als ‘aanvalswapen’ gebruikt wordt is ook wel niet toevallig hé, Veroon? Of heb je gemist wat de laatste decennia zo allemaal naar boven gekomen is? Effe biechten, en klaar is kees? Denk je dat veel priester-daders bij hun collega’s gebiecht zullen hebben? Zo ja.. Tja.
Frans Dierickx:
De zin “ Effe biechten, en klaar is kees” verklaart alles. Ofwel ben je nooit zo ver geraakt, ofwel ben je het vergeten, ofwel wil je het vergeten, maar in de biecht sta je niet tegenover een mens maar tegenover God. Het is niet de priester maar God die u vergeeft. En laat God nu juist diegene zijn die “jou beter kent dan dat je jezelf kent. Door een beetje toneel te spelen sluit je jezelf uit van vergeving.